Exodus
Pesachmaal
Feesten zijn belangrijk in het mensenleven. Een verjaardag, een trouwdag, een wijdingsdag, een kloosterfeest, deze feesten markeren ons persoonlijk leven. We vieren met die feesten de vreugde om er te zijn, om er met elkaar te zijn, om er voor God en voor de mensen te zijn. Ook bedrijven, organisaties en landen hebben hun feesten. Het gaat over hun bestaan en over hun doelen. Belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis gedenken we met feesten. Wat waardevol is voor onze cultuur blijven we vieren. Om het vast te houden. Om het door te geven. Een feest doorbreekt het ritme van elke dag. Een feest laat ons onze zorgen even opzij zetten. Een feest geeft ons ruimte om vrij te zijn. Alsook maakt een feest het ons mogelijk uitdrukking te geven aan dankbaarheid. Hoe rijk zijn vaak onze herinneringen aan de feesten die we thuis als kind mee mochten vieren. De zorgen, de armoede, de drukte van het leven, het werd allemaal opzij gezet. Feesten moet je vieren. Anders heb je geen leven.
Het Pesachmaal rond de uittocht van Israël uit Egypte is een fundamenteel feest in het Jodendom. Een feest dat in het Christendom de basis vormt voor het Paasfeest. Het Paasfeest is er de vervulling van en vormt de basis voor het Christendom. In het Pesachmaal vieren de joden hun bevrijding uit Egypte en in het Paasmaal vieren de Christenen hun bevrijding uit de dood. Na het verhalen van de negen plagen in het boek Exodus komt de climax in de tiende plaag met de instelling van het Pesachmaal voor de Israëlieten. Voorafgaande aan de uittocht laat God weten dat hij Egypte zal slaan door de dood van iedere eerstgeborene, bij mens en dier. Aan de Israëlieten geeft God, door Mozes, de opdracht het Pesachmaal voor te bereiden. Men moet een eenjarig lam nemen en het in de nacht van de uittocht slachten. Met het bloed zullen ze de bovendrempel en de deurposten besmeren. Het lam moet men in het geheel roosteren en het eten met kruiden en met ongedesemd brood. Ze moeten het staande eten met hun lendenen omgord en hun staf in de hand. Terwijl de Jodenen vieren dat God hun deuren, getekend met het bloed, voorbij gaat, treft God de huizen van de Egyptenaren met de dood. Farao roept Mozes en Aaron en geeft opdracht het land te verlaten met al hun bezittingen, met alles wat ze van de Egyptenaren gekregen hadden. Geordend gaat Mozes met zijn volk de woestijn in. Het Pesachmaal wijst naar twee grote feiten. God die door het land trekt om de eerstgeborenen te slaan met de dood gaat de deuren van de Israëlieten VOORBIJ. Dit wijst op de UITTOCHT uit de slavernij in Egypte. God wil dat de Israëlieten ieder jaar in de eerste maand op de veertiende dag het Pesachmaal blijven vieren, zeven dagen lang, om te gedenken dat God hen behoedde voor de dood van de eerstgeborenen en hen bevrijdde uit de slavernij. De uitocht krijgt nog een vervolg in de doortocht door de Rode Zee.
Bisschop Antoon Hurkmans
Rector van de Friezenkerk in Rome
ahurkmans@bisdomdenbosch.nl