Exodus
De tien geboden
Iedere mens heeft eten nodig. In onze tijd geven wij veel aandacht aan goed en gezond voedsel. Ook is het niet goed te veel te eten, of te veel te drinken. Ouders hebben er een hele taak aan hun kinderen goede gewoontes bij te brengen op dit gebied. Tegelijk weten we dat we niet overbezorgd mogen zijn. Jezus zei ‘Maak je niet druk om wat je zult eten, wat je zult drinken. Je Vader in de hemel weet wat je nodig hebt.’ God zorgt voor ons. Als Jezus ons leert bidden zegt Hij: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ Jezus nodigt ons uit in vertrouwen op God te leven. Dat staat op gespannen voet met onze maatschappij die gericht is op consumptie en materialisme. Wanneer je stilstaat bij hoe om te gaan met eten en drinken merk je dat een mens ook behoefte heeft aan richtinggevende woorden. Een mens leeft niet van brood alleen, maar ook van elk woord dat komt uit de mond van God.
In het Boek Exodus komen de zorgen om eten en drinken en de nood aan rechtvaardig leven en aan richtinggevende woorden daarvoor aaneensluitend aan de orde. Nadat we gelezen hebben over hoe God zijn volk brood en vlees te eten gaf, hoe Hij hen te drinken gaf, komt het rechtspreken aan de orde. Jetro, de schoonvader van Mozes, die zijn dochter en kinderen bij zich opgenomen had, komt na de geslaagde uittocht hen terugbrengen bij Mozes. Hij ziet hoe Mozes de hele dag met volksgenoten in gesprek is om ieder zijn rechten te geven. Dit, zo Jetro, houd jij niet vol. Ik geef je een advies. Jijzelf spreekt met God over de wetten. Die moet je uitleggen en onderwijzen aan het volk. Om die wetten toe te passen moet je oudsten aan stellen. Zij spreken recht over de hen toegewezen mensen. In moeilijke gevallen leggen ze het aan jou voor. Mozes volgt zijn raad op. Dit belangrijk principe in de rechtsorde is een inleiding op de ontmoeting tussen God en zijn volk waarin God de tien geboden aan het volk geeft. Met daarbij een duidelijk bemiddelende rol voor Mozes.
In de derde maand komt het volk bij de berg Sinaï. Daar zal God verschijnen. Het volk moet zich heiligen. Hun kleren wassen. Drie dagen hebben man en vrouw geen gemeenschap. Ze komen voor God te staan. Ook mag het volk de berg niet betreden. Het blijft op afstand. Mozes zal de berg beklimmen en weer afdalen om het volk richtlijnen te geven en opnieuw de berg weer beklimmen. De berg hult zich in een donkere wolk en er is gedonder en bliksem. Dan lezen we de eenvoudige maar zeer diepe woorden: ‘Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben JHWH, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.’ Het is de inleiding die God geeft op de tien geboden. Uitgedrukt is dat Gods weldoen aan degeboden vooraf gaan en daarom is het vervullen van de geboden een vrij antwoord van de mens op de genadige God. De tien geboden staan in Exodus 20. Kort geef ik aan wat ze inhouden.
1. Vereer naast mij geen andere goden.
2. Maak geen godenbeelden en vereer die niet.
3. Misbruik de Naam van God niet en vereer de sabbat.
4. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder.
5. Pleeg geen moord.
6. Pleeg geen overspel.
7. Steel niet.
8. Leg over een ander geen valse getuigenis af.
9. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw. 10. Zet uw zinnen niet op wat uw naasten toebehoord.
Het volk zegt deze woorden te aanvaarden. Het vraagt tevens dat God voortaan alleen met Mozes spreekt en niet met hen.
Bisschop Antoon Hurkmans
Rector van de Friezenkerk in Rome
ahurkmans@bisdomdenbosch.nl