Pelgrimeren naar het Heilig Land is en blijft belangrijk. We drukken daarmee uit dat de Heilige plaatsen de plaatsen zijn waar ook wij thuis zijn. Bethlehem is ook ‘mijn geboorteplaats’, in Jeruzalem ben ook ik ‘gestorven, begraven en verrezen’, in de Jordaan ben ook ik ‘gedoopt’. Ik noem me christen omdat ik één ben met Christus. Zijn land is mijn land. Als we pelgrimeren, drukken we uit met de christenen daar een te zijn met Christus en thuis te zijn in Zijn, in hun land. Dat maakt onze solidariteit diep en geeft kracht aan onze compassie. Door hun land te helpen, helpen we tegelijk ons land. We zijn er geen vreemden. Het zou mooi zijn als we juist bij die pelgrimages het kerkelijk morgen- en avondgebed zouden leren bidden. De Kerk bidt het goddelijk officie, een gebed dat afstamt van de Joden, eet gebed dat Jezus heeft gebeden, het gebed dat de Kerk bidt vanaf de tijd met de apostelen. Nu bidt Christus als hoofd van de Kerk het met ons. Hij legt ons gebed neer bij de Vader. Vanaf het begin ziet onze gemeenschap het als haar belangrijke taak om met de aardse en hemelse Kerk het goddelijk officie te bidden om de tijd te heiligen en om voortdurend Gods hulp te vragen omdat we als Kerk weten dat we zonder die hulp niets kunnen. Door het kerkelijk avond- en morgengebed te bidden sluiten we aan bij een van de diepste levensaders in de Kerk die in het Heilig Land haar oorsprong heeft. Het is passend dit op te nemen.
Bisschop Antoon Hurkmans
Rector van de Friezenkerk in Rome
ahurkmans@bisdomdenbosch.nl