De vastentijd breekt aan. Een tijd met een heel eigen sfeer voor de katholieken. Veertig dagen van voorbereiding op Pasen. De liturgie is sober en nodigt uit tot bekering en rouwmoedigheid. Bekering is het omkeren naar een juiste levensstijl. Niet meer zondigen. Rouwmoedig zijn is het spijt tot uiting brengen over de eens begane zonden. In het dagelijks leven onderhouden de christenen de kerkelijke voorschriften tot vasten en geven er daarnaast nog op een persoonlijke wijze uitdrukking aan. De Vasten beginnen we uitdrukkelijk. We vieren Aswoensdag. Die dag laten we niet ongemerkt voorbij gaan. Op die dag eten we geen vlees. Verder matigen we ons, op deze vasten en onthoudingsdag, in het eten, naar hoeveelheid en naar overvloedigheid. We eten werkelijk sober. Vasten en onthoudingsdagen zijn door de Kerk voorgeschreven voor gezonde volwassen personen van 21 tot 59 jaar. Het geen vlees eten geldt voor personen vanaf 14 jaar. In Nederland is Aswoensdag en Goede Vrijdag een voorgeschreven vasten- en onthoudingsdag terwijl in andere kerkprovincies, zoals in Italië, die wet geldt voor alle vrijdagen in de Veertigdagentijd.
Op Aswoensdag gaan de gelovigen voor zover dat mogelijk is naar de kerk om een Askruisje te halen. Ze laten zich met as tekenen om uitdrukkelijk aan te geven dat zij bewust de veertigdagentijd beginnen als een vastentijd. De priester die het Askruisje geeft kan daar een van deze twee teksten bij zeggen. De eerste tekst is: ‘Bekeer u van uw zonden en geloof in het Evangelie.’ De tweede tekst is: ‘Gedenk o mens dat gij van stof zijt en tot stof zult wederkeren.’ Bij de eerste formule staat de bekering van de zonden centraal en bij de tweede staat de sterfelijkheid, het gevolg van de zonden, centraal. Met Pasen gaan we vieren dat we nieuwe mensen zijn die geloven in de verrijzenis. In Christus zijn we gedoopt, vrij gemaakt van de zonden, en ontvangen we de belofte van de verrijzenis. Het gevolg van de zonden, de dood, verliest zijn kracht.
De Kerk doet een beroep op de gelovigen om ook persoonlijk inhoud te geven aan het vasten. De zonden werken niet alleen verkeerd uit op je persoonlijk leven, maar ook op het leven van je medemensen, ja op heel de schepping. De sociale en ecologische aspecten van een zondig leven komen steeds scherper in het licht te staan. Daarom is het niet voldoende de bekering te begeleiden met rouwmoedigheid, we zullen ook iets moeten doen om de aangerichte schade te herstellen. Help de armen. Stel daden die het de natuur mogelijk maken zich te herstellen. Hierbij helpen veel acties die in de Vastentijd een beroep op u doen. Christen zijn is niet iets dat alleen mij aangaat, neen het gaat alle mensen aan en heel de wereld. Katholieken zijn in een zeer diepe betekenis op grond van hun doopsel allen wereldburgers en zij dienen de verantwoordelijkheden op zich te nemen die daarbij horen. Hoe leef ik persoonlijk? Hoe leef ik in mijn familiekring? Hoe leef ik in mijn land, in mijn continent? Hoe leef ik als wereldburger? Zelfs zien wij op grond van ons doopsel uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De hoop die daar van uit gaat geeft ons de kracht om die nieuwe hemel en nieuwe aarde al zichtbaar te maken hier en nu, in het leven om ons heen.
Bisschop Antoon Hurkmans
Rector van de Friezenkerk in Rome
ahurkmans@bisdomdenbosch.nl