PELGRIMSKERK
De Friezenkerk is vooral bedoeld als een bedehuis voor pelgrims uit Nederland en Vlaanderen. Hun vrome doel is het graf van Petrus en de hem toegewijde basiliek te bezoeken en meteen te ontmoeten of ten minste te zien de opvolger van de eerste van de apostelen — de paus. En dan komen pelgrims ook wel naar de tot het Vaticaan behorende kerk Michael en Magnus, deels in gebruik gegeven aan de Nederlandse Kerkprovincie.
Pelgrims ondernemen een tocht naar een heilige plaats. Bij voorkeur te voet of op de fiets. De weg naar het doel is veelal belangrijker dan het doel zelf. Het onderweg zijn — zoals het gehele leven dat is — biedt de mogelijkheid na te denken over eigen nietigheid, los te geraken van alledag en betrekkelijkheid van al hetgeen we nastreven in te zien. En is het doel bereikt, dan past het de grond van het heiligdom te kussen zoals opnieuw bij terugkeer die van het weer gevonden eigen huis. Want of we nu zijn in het oosten of in het westen, thuis blijft het beste.
Haastige pelgrims, zoals nooit niet haastige toeristen, kiezen het vliegtuig of bij minder haast en meer gemak de automobiel. Zij zijn allemaal kinderen van God en daarom allemaal welkom, gelovigen en ongelovigen. De wereld omvattende Kerk oefent zich in inclusief denken, niet in exclusief denken.
Wat is het oogmerk van de Friezenkerk? Nederlandstaligen die elkaar hier kunnen treffen? Stellig, indien het daarbij niet blijft. Voorafgaand aan het elkaar ontmoeten gaat het gezamenlijke bidden, luisteren, Eucharistie vieren, danken, vragen en belijden.
Is deze plaats een plek vaderland dicht bij Sint Peter of biedt zij eerder pelgrims vanuit Noord-West-Europa aan de uiversele Kerk te proeven? Mij dunkt vooral het tweede. De Moederkerk vinden in de eigen Nederlandse taal en van daaruit de oekumene beleven. In Rome voegt zich de locale Kerk niet bij, maar in de universele Kerk.
Volgt de eredienst in de Friezenkerk de Nederlandse liturgische kalender of de Italiaanse of de Vaticaanse — die van de Wereldkerk dus?
De Nederlandstalige Kerkgemeenschap is gast van het Vaticaan en volgt daarom de algemene kalender van de Kerk. Dat wil zeggen dat hoogtijdagen mettertijd op de dag zelf worden gevierd en niet worden verplaatst naar een zondag. Tevens beduidt het dat evengoed in onze streken vereerde heiligen op de dag zelf van gedachtenis of feest worden of kunnen worden gevierd, zoals Willibrordus en Bonifatius, wier beeltenissen al lang vóór het gebruik van het kerkgebouw door Nederlanders niet bij toeval in de Friezenkerk zijn aangebracht. En niet te vergeten Servatius, de eerste geloofsverkondiger in onze streken, later gevolgd door Lambertus.
De Nederlandse Kerk kenmerkt zich in onze tijd door een zekere gelatenheid, een mate van somberte, een bepaald gevoel van schaamte, mislukking, verlies. Hoewel de Kerk in Noord-West-Europa blijft, wordt zij klein, overheerst als zij inmiddels is door het seculiere denken dat tolerant heet maar daarmee niet zonder meer is.
Wij in onze noordelijke streken moeten ons verdedigen ‘nog’ gelovig te zijn en bij de Kerk te willen horen, zeker inzake gezag en moraal — in weerwil van het christelijk gevormde geweten dat de eigen verantwoordelijkheid kent.
Bezoek aan de Eeuwige Stad, het Rome van Petrus en zijn opvolgers, van Paulus — de apostel onder de heidenvolkeren in een tijd, vergelijkbaar met de huidige, biedt troost en bemoediging. Hier is waar te nemen en te ondergaan dat de Kerk als Lichaam van Christus, leeft en bloeit.