Bijzondere inscriptie in de Friezenkerk

Veel weten we niet over de geschiedenis van de oude Friezen in Rome. De bronnen zijn schaars, maar wel duidelijk: op de plaats van de tegenwoordige kerk SS. Michele e Magno bevond zich de ‘schola’ die het volk aan de Noordzee in de tijd van Karel de Grote vlakbij de Sint-Pieter wist te stichten. Wie nu de Friezenkerk binnenkomt en meteen even achterom naar links kijkt, ziet in de muur twee marmeren brokstukken van een inscriptie zitten. Het gaat hier om de enige zichtbare rest uit die vroege eeuwen in de huidige kerk.

Met enige moeite begrijpen we dat dit fragmenten zijn van een grafsteen van een zekere ridder Hebe, ‘genere Frisonum’ (uit het volk der Friezen). Jammer is dat de inscriptie niet meer compleet (en bovendien deels nogal slecht te ontcijferen) is. Maar de geleerde pater Antonio Ferrua (1901-2003), professor voor epigrafie aan het pauselijk instituut voor christelijke archeologie, zag het belang van de inscriptie in en wist de tekst voor een groot deel te reconstrueren. Hij komt op een waarschijnlijke sterfdatum van Hebe in 899.

Uit deze weinige, wat onhandig in het marmer gebeitelde woorden doemt toch het beeld op van een Fries van vlees een bloed. Deze man had zich gevestigd in de havenstad Porto en is in zijn nationale kerk in Rome begraven. Een man van enig aanzien, want hij kreeg een marmeren grafplaat, die op de vloer van de oude Friezenkerk heeft gelegen – getuige de sporen van flinke slijtage. Hij is de enige Romeinse Fries die we uit deze ‘donkere eeuwen’ bij name kennen. Door toeval zijn de brokstukken bewaard en door latere bouwers, met gevoel voor het verleden, in de muur van de latere kerk geëxposeerd.

Sible de Blaauw is emeritus-hoogleraar in de Vroegchristelijke Kunst en Architectuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Friezenkerk