Oog in oog met een vermaarde schilder uit de 18e eeuw
Het grafportret van Anton Raphael Mengs
Het grafmonument van Anton Raphael Mengs is in de 240 jaar van zijn bestaan puntgaaf bewaard gebleven (zie blog 3). Daardoor kunnen we het originele portret van de schilder nog steeds bewonderen. In kunsthistorisch opzicht is het een pareltje van het kerkinterieur. Op de kroonlijst van de monumentale epitaaf staat een beeldengroep van Carrara-marmer. Twee gevleugelde putti leunen tegen een medaillon waarin de beeltenis van de overleden kunstenaar in basreliëf te zien is.
Mollige jongetjes met vleugels
Mengs is afgebeeld in profiel, met een nogal wilde haardos en een klassiek aandoend gewaad dat de ovalen lijst van het medaillon oversnijdt. In het portret toont de beeldhouwer Vincenzo Pacetti zijn klassieke kant, terwijl hij met zijn putti nog volop in de barok staat. Maar het idee van de putti is al even klassiek, want de speelse, mollige jongetjes met vleugels waren een geliefd motief in de oudheid – en werden dat in de westerse kunst wederom sinds de Renaissance.
Intellectuele kunstenaar
Ze drukken vaak een specifieke betekenis en emotie uit, zo ook hier. De zittende figuur links symboliseert de schilderkunst, met een palet als attribuut en oorspronkelijk ook een penselenbundel in zijn rechterhand. Met zijn andere hand wist hij de tranen uit zijn ogen. De staande figuur rechts kijkt met vertedering naar het gezicht van de overledene en is omringd door boeken, waardoor hij als symbool van de filosofie herkenbaar is. Op twee boekruggen zijn de namen van Homerus en Plato te lezen. De boodschap is duidelijk: Mengs was een intellectuele kunstenaar, die zowel uitblonk in de schilderkunst als in de filosofie.
Deze eigenschappen worden ook benadrukt in het uitvoerige inschrift op de epitaaf, door een custos (schatbewaarder) van de Vaticaanse bibliotheek opgesteld. De overledene ‘overtrof alle lof met kunst, met vindingrijkheid, met geschriften’, kreeg opdrachten van met name genoemde Europese vorsten, terwijl zijn schilderingen tot in Londen en Dresden konden worden bewonderd.
Protestantse achtergrond
Nog een andere eigenschap van Mengs krijgt nadrukkelijk de aandacht: hij was ‘volhardend in zijn katholieke belijdenis’. Dit was van belang, niet zozeer vanwege alle ‘heidense’ antieke inspiratie in de kunst van zijn tijd, maar vanwege zijn protestantse achtergrond. Niet voor niets noteerde de pastoor in zijn overlijdensacte dat de kunstenaar stierf in gemeenschap met de Heilige Moederkerk, nadat hij de ‘verderfelijke sekte van de protestanten’ achter zich had gelaten.
Borstbeeld
Het portret op het grafmonument is blijkens dezelfde inscriptie gemaakt naar het voorbeeld van Mengs’ buste in het Pantheon. Daar was direct na zijn dood al een ‘memorie’ voor hem ingericht om hem op te nemen in de illustere reeks kunstenaars vanaf Raphael. Het borstbeeld, dat nu in de Capitolijnse musea wordt bewaard, heeft onmiskenbare overeenkomsten met het reliëf in de Michaelskerk, maar al kort na de voltooiing hiervan kreeg het reliëf grotere lof dan de buste. Dat komt ongetwijfeld omdat het reliëf van het grafmonument nogal afwijkt van de doorgaans geïdealiseerde portretten op monumenten.
Dodenmasker
Mengs gezicht lijkt de trekken te vertonen van de slechte gezondheid waarin hij voor zijn vroege dood verkeerde en van de melancholie die hem beheerste sinds het overlijden van zijn vrouw; die ook aan de voet van dit monument rust. Misschien is het niet de buste geweest, maar een dodenmasker dat model stond voor dit portret. Hoe dan ook: de huidige bezoeker van de Friezenkerk ervaart de vermaarde kunstenaar uit de achttiende eeuw van zeer nabij.
Sible de Blaauw is emeritus-hoogleraar in de Vroegchristelijke Kunst en Architectuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Friezenkerk