In het liturgische jaar horen wij vooral in de Advent en de Veertigdagentijd — van de zo genoemde ‘voorloper’ of ‘wegbereider’, de neef van Jesus, een half jaar eerder geboren dan Hij Die de wereld is komen verlossen en de mensen naar God heeft teruggebracht en de hemel voor hen heropend (Heb 1,1-4).
Een stoere man, een strenge spreker en prediker die gewoon toehoorders ‘addergebroed’ (Mt 3,7) durft te noemen, wanneer hun oren te zeer zijn dicht gestopt met eigendunk. Een man van ascese die de eigenliefde vermijdt, een man van vasten die daarin volhardt, een man die weet uit te houden in de woestijn van zand, zon en koude, maar tevens in die van afzien, hardheid en zuiverheid. We weten dat hij kon leven van sprinkhanen en wilde honing en dat hij als kleding de huid van een kameel droeg, bijeengehouden door een lederen gordel (Mt 3,4).
Bij zijn geboorte had zijn vader Zacharias al geweten dat Joannes profeet van de Allerhoogste zou worden genoemd en voor de Heer zou uitgaan om Zijn volk de boodschap van verlossing te brengen door de vergeving van hun zonden (Lc 1,76-77).
Als gezondene van God kwam hij tot getuigenis, om te getuigen van het Licht. Niet hij was het Licht maar hij moest getuigen van het Licht (Jo 1,6-8).
Wie is Joannes? ‘Ik ben de Messias niet’, verklaart hij met stelligheid, evenmin Elia of de profeet. ‘Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt (Js 40,3), de stem van iemand die roept in de woestijn. Maakt de weg recht voor de Heer.’ (Jo 1,20-23) ‘De bruidegom is hij die de bruid heeft, maar de vriend van de bruidegom die staat te luisteren of hem hoort, is al vol blijdschap wanneer hij de stem van de bruidegom verneemt. Zo nu is mijn vreugde en ze is volkomen. Hij moet groter worden maar ik kleiner.’ (Jo 3,29-30) En de bruidegom Christus getuigt over de vriend van de bruidegom: ‘Onder wie uit vrouwen geboren zijn, is niemand die groter is dan Joannes de Doper. Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen groter dan hij. Van de dagen van Joannes de Doper tot nu toe breekt het Rijk der hemelen met geweld baan.’ (Mt 11,11-12)
Welke is de taak van Joannes? Hij wijst op zijn neef, van wie hij de mindere is en wil zijn: ‘Na mij komt Hij Die groter is dan ik. Ik ben zelfs niet waardig de riem van Zijn sandalen los te maken. Ik doop met water en preek een Doopsel van bekering, Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.’ (Mt 3,11)
‘Kijk en zie naar Hem: Hij is het Lam Gods Dat geofferd zal worden op Golgotha en zo de zonden van de wereld wegneemt in Zijn verzoenende liefde voor de mensheid (Jo 1,29). Hij is het Licht, in de schaduw waarvan ik mijn taak verricht. Hij maakt alle in de Tempel te offeren lammeren weldra overbodig door als het enige Lam één enkele keer Zich te offeren, waarna de tijd van de Tempel definitief voorbij is en Christus Zelf de Tempel is geworden (Jo 2,19-21).
Joannes effent de weg naar de viering van Jesus’ geboorte èn naar die van Zijn sterven en verrijzen. Zo reikt Kerstmis meteen naar Pasen en kribbe terstond naar kruis.
De geboorte van beide neven is uitzonderlijk. De jonge Maria baart Jesus zonder tussenkomst van een man, in verwachting als zij blijkt van de Heilige Geest (Lc 1,35). De oude Elisabeth, wier schoot gesloten is gebleven, baart op hoge leeftijd alsnog Joannes (Lc 1,36). En wanneer de pas zwangere Maria haar hoog zwangere nicht Elisabeth komt bezoeken, springt Joannes in de schoot van zijn moeder op van vreugde. En Elisabeth, vervuld van de Heilige Geest, bejubelt in Maria de Moeder van de Zaligmaker. (Lc 1,41-42)
In Joannes keert de profeet Elia op aarde terug. Met de geboorte van Gods Zoon vangt immers het koninkrijk Gods aan. Hij is de twijg die ontspringt aan de stronk van Isaï, de vader van koning David, uit wiens geslacht de Messias geboren zou worden, op Wie de Geest van God rust met wijsheid en verstand, met raad en moed, met liefde en ontzag. (Js 11,1-2)
In het met Jesus’ geboorte beloofde rijk van de hemel zal de toestand van het aardse paradijs worden hersteld. Dan zondigt niemand meer en doet niemand nog kwaad op Gods heilige berg. (Js 11,9) De liefde van God vervult alle bergen en dalen, alle zeeën en oceanen.
Joannes is de stem die roept en blijft roepen in de huidige woestijn van de menselijke samenlevingen, waarin de ene de woestijn is voor de ander met afzien en dorheid als gevolg. Nochtans kan ook de hedendaagse woestijn bloeien dank zij de vruchten in de oasen van volharding en dapperheid die Joannes ons laat zien.
Onverschrokken heeft hij het lef Herodias te vermanen dat zij niet de vrouw is van Herodes maar van diens broer. Voor straf en in wraakzucht wordt hij door list onthoofd. (Mc 6,17-19.22-28)
Zo vergaat het de grote profeet die de weg naar Jesus wijst en ons aanspoort te handelen en te doen als hij om het koninkrijk Gods gestalte te geven. En zulks in grootste deemoed en dienstbaarheid.
‘Achter mij komt een Man Die mij voor is; want Hij was eerder dan ik.’ (Jo 1,30)
Antoine Bodar